Het wetsvoorstel Belastingplan 2020 bevat maatregelen die per 1 januari 2020 ingevoerd zouden moeten worden en die invloed hebben op de koopkracht of op het overheidsbudget.

Inkomstenbelasting

Tarieven
De al geplande invoering van het tweeschijvenstelsel wordt versneld doorgevoerd, namelijk per 1 januari 2020 in plaats van per 1 januari 2021. Het laagste tarief bedraagt in 2020 37,35% en het toptarief 49,5%. De afbouw van het maximale aftrektarief gaat gewoon door. De aftrek van diverse grondslagverminderende posten in de hoogste inkomensschijf is in 2020 beperkt tot 46%.

Voor AOW-gerechtigden bedraagt het laagste tarief 19,2%.

Heffingskortingen
De algemene heffingskorting bedraagt maximaal € 2.711 en maximaal € 1.413 voor AOW-gerechtigden. De afbouw boven een inkomen van € 20.711 bedraagt 5,672% en 2,956% voor AOW-gerechtigden.

De arbeidskorting bedraagt in 2020 maximaal € 3.595. Voor werkende AOW-gerechtigden is dit € 2.147. De afbouw bedraagt 6,0% vanaf een inkomen van € 34.989. Voor AOW-gerechtigden bedraagt de afbouw 3,125%

Overgangsrecht oude saldolijfrenten
Bij de invoering van de Wet IB 2001 is overgangsrecht opgenomen voor bestaande lijfrenten. Voor lijfrenten waarvan de premies geheel of gedeeltelijk niet aftrekbaar waren (saldolijfrenten) eindigt dit overgangsrecht met ingang van 1 januari 2021. Bij het einde van het overgangsrecht moet belasting worden betaald in box 1 over de waarde van de lijfrente minus de betaalde premie (het saldo), waarna de lijfrente overgaat naar box 3. Voorgesteld wordt nu de beëindiging van het overgangsrecht te beperken tot die oude saldolijfrenten waarmee belastingheffing langdurig kan worden uitgesteld.

Loonbelasting

Aanpassingen werkkostenregeling
De werkkostenregeling (WKR) regelt de behandeling in de loonbelasting van vergoedingen en verstrekkingen die een werkgever aan werknemers verstrekt. Het Belastingplan bevat vier wijzigingen in de WKR.

Ten eerste wordt de vrije ruimte vergroot van 1,2 naar 1,7% van de fiscale loonsom tot een bedrag van € 400.000. Boven dat bedrag blijft de vrije ruimte 1,2%.

Ten tweede komt voor de vergoeding voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) een gerichte vrijstelling.

De derde wijziging betreft het verlengen van het uiterste moment voor aangifte en afdracht van de eindheffing. Bij het overschrijden van de vrije ruimte is de werkgever een eindheffing verschuldigd. Deze moet nu uiterlijk met de aangifte over het eerste aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar worden aangegeven. Voorgesteld wordt om de termijn te verlengen tot de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar.

De vierde wijziging betreft de waarde van producten uit eigen bedrijf. De waarde van producten uit eigen bedrijf, die aan werknemers worden verstrekt, wordt in sommige gevallen bepaald op het door de werkgever aan derden in rekening te brengen bedrag. Voor branche-eigen producten die worden verstrekt aan werknemers bestaat een kortingsregeling. Die bestaat uit een gerichte vrijstelling van 20% van de waarde in het economische verkeer. Voorgesteld wordt om de waarde van de producten uit eigen bedrijf steeds te stellen op de waarde in het economische verkeer.

Indexeren van vrijwilligersregeling
Vrijwilligers kunnen belastingvrij vergoedingen en verstrekkingen ontvangen tot een bedrag van € 170 per maand en van € 1.700 per kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2020 worden deze bedragen jaarlijks geïndexeerd. Het maximumbedrag per kalenderjaar zal worden afgerond op een veelvoud van € 100.

Ondernemers

Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek voor ondernemers gaat met ingang van 2020 geleidelijk omlaag. Dat gebeurt in acht stappen van € 250 en één stap van € 280. De zelfstandigenaftrek daalt van € 7.280 in 2019 naar € 5.000 in 2028.

Aftrekuitsluiting dwangsommen
In beginsel zijn alle zakelijke uitgaven die verband houden met de ondernemingsuitoefening aftrekbaar van de winst. Er geldt een uitzondering voor kosten en lasten die verband houden met boeten. Aan deze uitzondering worden bestuursrechtelijke dwangsommen en door de officier van justitie opgelegde strafbeschikkingen toegevoegd. Door de werkgever aan een werknemer vergoede bestuursrechtelijke dwangsommen of strafbeschikkingsbedragen kunnen niet worden aangewezen als eindheffingsbestanddelen. Dergelijke bedragen behoren verplicht tot het loon waarover de werknemer belasting is verschuldigd. De aftrekuitsluiting geldt niet voor privaatrechtelijke dwangsommen.

Vennootschapsbelasting

Tarieven
Het hoge tarief van de vennootschapsbelasting voor winsten boven een bedrag van € 200.000 wordt in 2020 niet verlaagd en blijft 25%. Met ingang van 2021 gaat het hoge tarief omlaag naar 21,7%. Dat is hoger dan het eerder aangekondigde tarief van 20,5%. Het lage tarief bedraagt in 2020 17,5% en met ingang van 2021 15%.

Voornemens
Het kabinet is van plan om per 2021 het effectieve tarief van de innovatiebox te verhogen van 7 naar 9% en om de liquidatie- en stakingsverliesregeling aan te passen. Verder is het plan om de betalingskorting bij betaling ineens voor de vennootschapsbelasting per 2021 af te schaffen.

Invoeren minimumkapitaalregel banken en verzekeraars
Om het fiscale voordeel van financiering met vreemd vermogen voor banken en verzekeraars te beperken, komt er een minimumkapitaalregel. De aftrek van verschuldigde rente wordt beperkt voor zover het vreemde vermogen meer bedraagt dan 92% van het balanstotaal. Deze regeling komt naast de bestaande earningsstrippingmaatregel. Dat is een generieke renteaftrekbeperking die de aftrek van het verschil tussen de rentelasten en rentebaten van geldleningen beperkt. Deze maatregel is meestal niet van toepassing bij banken en verzekeraars omdat veelal geen sprake is van per saldo verschuldigde rente.

Verhuurderheffing

Er komt een structurele vermindering van de verhuurderheffing voor nieuwbouw in zogenaamde schaarstegebieden. De vermindering geldt voor de nieuwbouw van woningen met een huur onder de laagste aftoppingsgrens van de huurtoeslag (€ 607,46 in 2019) in regio’s waar de druk op de woningmarkt het grootst is. De heffingsvermindering bedraagt € 25.000 per woning. De kosten per woning moeten minimaal € 62.500 bedragen. Er komt een tijdelijke vrijstelling van de verhuurderheffing voor tijdelijke woningen, die gerealiseerd worden in de periode van 2020 tot 2024. In de omgevingsvergunning moet worden opgenomen dat de woningen maximaal vijftien jaar mogen bestaan. Beide maatregelen richten zich op verhuurders met meer dan vijftig sociale huurwoningen.

Omzetbelasting

Voor de levering of het uitlenen van fysieke boeken, dag- en weekbladen en andere periodieke uitgaven geldt het verlaagde btw-tarief. Met ingang van 1 januari 2020 geldt het verlaagde tarief ook voor digitale uitgaven. Het verlaagde btw-tarief geldt met ingang van 1 januari 2020 ook voor het verlenen van toegang tot nieuwswebsites.

Accijns

De accijns op sigaretten en rooktabak gaat verder omhoog dan was voorzien in het regeerakkoord. Met ingang van 1 april 2020 stijgt de verkoopprijs van een pakje sigaretten van 20 stuks hierdoor met € 1. In 2023 moet de prijs van een pakje sigaretten uitkomen op € 10. Het tarief van accijns op rooktabak per kilogram wordt per 1 april 2020 evenveel verhoogd als de accijns per 1.000 sigaretten.

Assurantiebelasting

Er komt een vrijstelling van assurantiebelasting voor verzekeringen die de financiële verplichtingen afdekken die een werkgever heeft bij de verplichte doorbetaling van loon tijdens ziekte, bij arbeidsongeschiktheid en overlijdensuitkeringen. Ook komt er een vrijstelling voor de brede weersverzekering. Dit is een verzekering die voor landbouwers voorheen onverzekerbare weersrisico’s afdekt.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 19-09-2019
Open chat
Direct contact?
Goedendag,

Ons team staat voor u klaar! Kom snel én eenvoudig in contact met één van onze medewerkers.
Wij helpen u graag.

Team Reijtenbagh